ik geniet van het leven.
ik geniet van alles dat mij is gegeven.
ik geniet van de natuur om ons heen.
ik geniet of ik nouw met jouw ben of allen.
ik geniet van het leven.
ik geniet van alles waar ik mee ben gezegen.
ik geniet van het eten.
en wat erin zit dat wil ik niet weten.
ik geniet van werken.
ook al laat ik het niet altijd merken.