Ik moet op mijn huiswerk letten.
Helaas weet ik niks op papier te zetten.
Mijn hoofd zegt nee.
Ze doet niet mee.
Ik bedenk me daarom dat ik maar wat anders moet verzinnen.
Ik zit hier gelukkig veilig binnen.
Helaas zonder worden of zinnen.
Ik weet niet waar ik moet beginnen.